Dit deel van mijn website is een vertaling van de zeer uitgebreide bouwbeschrijving die Michael Stuart heeft gemaakt voor het bouwen van een vliegend schaalmodel.
Wout Moerman
Nog slechts een paar dingen te doen voordat we het model kunnen samenvoegen.
Eerst maken we de hoofdsteun van papier. Dit kan simpelweg uit de bouwtekening
worden gesneden. De twee plakstroken kunnen worden gerild met de botte
achterkant van een mes en naar binnen gevouwen. Het papier kan rond worden
gemaakt door het over de zijkant van een tafel te wrijven. Daardoor krijgt het
al ongeveer het juiste model en dat helpt wanneer het over de balsa hoofdsteun
wordt bevestigd.
Ik (Michael Stuart) merkte dat de vorm een beetje moest worden aangepast om te
zorgen dat het papier niet over het balsa uitstak.
Ik gebruik UHU hobbylijm om de hoofdsteun te monteren. De lijm werd aangebracht
op beide plakstroken en onder de voorrand. Als er lijm op ongewenste plaatsen
komt kan dit met thinner worden verwijderd.
De hoofdsteun krijgt een laag poriënvuller, net als de paar millimeter van de
romp rond de hoofdsteun. Een ruim op maat gesneden stukje spanpapier wordt
vervolgens over het witte papier gelegd en vastgezet door het met thinner te
bestrijken. De overlap van het spanpapier over de romp zorgt ervoor dat de
hoofdsteun rondom komt vast te zitten.
Gewoon papier wordt ook gebruikt om de hoofdstijlen van het landingsgestel te
vormen. Een strip papier is dubbelgevouwen en op lengte geknipt om goed over het
staaldraad te passen. Bij mij was het nodig om aan de binnenzijde een stukje
papier weg te halen om een mooie passing te krijgen.
Om het papier een mooie stroomlijnvorm te geven heb ik het over de zijkant van
een liniaal gewreven. De binnenzijde van het papier is ingesmeerd met een laag
UHU hobbylijm en daarna werd het papier over het staaldraad gevouwen. Als er
overtollige lijm uit de achternaad komt kan dit worden verwijderd met thinner.
Hier is het resultaat. Ik vind dat het er een stuk beter uitziet dan enkel een
kaal stukje staaldraad.
Tijd om na te denken over de propeller en het uitneembare neusblok. We moeten nu
besluiten wat we aan de voorkant van onze Comper Swift willen monteren.
Hier zijn een aantal mogelijkheden wat betreft de propeller:
Aan de linkerkant is de originele Veron plastic prop van een jaren 50 Tru-Flite bouwdoos. Deze heeft een diameter van 12,5 cm (5 inch), kleine bladen en vrijwel geen verdraaiing in de bladen. Dit is de reden dat we vroeger enkel gemotoriseerde glijvluchten kregen met deze modellen....
De volgende is een 17 cm (7 inch) Peck Polymers prop. Dit is wat Chris Strachan gebruikt op zijn Comper Swift, en ik had hiermee succes op mijn tweede Tru-Flite Jodel Bebe.
De derde op de rij is een Tern 15 cm (6 inch) model, met daarnaast een moderne IGRA kopie van dezelfde prop. De Tern is heel populair bij schaalvliegers, mijzelf inbegrepen, omdat het een flink bladoppervlak heeft en een redelijk hoge spoed. De vrijloop is echter een zwak punt, deze kan het begeven op een vervelend moment. De IGRA is op dit punt wat steviger uitgevoerd. De originele Terns kunnen worden herkend aan de letter T in de bladen.
Tenslotte de rode propeller, een nieuwkomer. Dit is een IKARA, ontworpen door de
beroemde Tsjechische modelbouwer Loubomir Koutny.
Ik kijk er naar uit om deze te gebruiken op mijn Diels Nakajima Ki43, omdat deze
propeller wat meer spoed heeft dan de standaard Peck prop en een goed
alternatief kan zijn voor de Tern. Hij heeft ook nog het voordeel dat hij
perfect is gebalanceerd wanneer je hem koopt.
Flitehook in Engeland kan al deze
propellers leveren (met uitzondering van de antieke Veron!) en
SAMS Models levert ze allen behalve de
IKARA. Beide bedrijven hebben een goede bestelservice.
Voor dit model besloot ik de beproefde Tern 6" prop te gebruiken.
Behalve een propeller hebben we ook een neuslager nodig. Ik vind de nylon Peck Polymers
lagers heel bruikbaar. Als je een eenvoudig verstelbaar neuslager wilt kan je
een van KP Aero Models gebruiken.
Vanwege de krappe ruimte in de neus van de Swift heb ik gekozen voor het kleine
Peck lager.
Hou in de gaten dat er twee soorten zijn met verschillende interne diameter: 1/32" or 3/64".
Ik gebruik die voor de dikste draaddiameter. Vervolgens ben ik flink gaan zoeken
in mijn bak met stukjes verenstaal totdat ik uiteindelijk een stuk vond wat goed
paste in de prop en het lager. Om eerlijk te zijn was de draad nog net wat te
dun en was e teveel spelling in de prop en het lager. Ik schaam me ervoor te
vertellen hoe ik dit heb opgelost omdat dit zo'n botte en low tech oplossing is.
Ik had natuurlijk de onderdelen kunnen uitboren en er een exact passend messing
buisje in kunnen zetten. Maar wat ik deed is wat secondenlijm op een stukje
draad smeren en dit een paar maal door de prop te halen. De lijm verzamelt zich
in de prop, en wanneer het uithardt is de opening net een beetje krapper. Dit
deed ik ook met het neuslager. Verrassend eenvoudig, maar snel en effectief en
de lijm is harder dan het plastic van de prop dus slijtage wordt zo ook
verminderd.
We moeten een verwijderbaar neusblok hebben en ik denk dat het slim is om de
opening hiervoor te verstevigen met dun triplex. Dit voorkomt slijtage en zorgt
ervoor dat wanneer er een wigje tussen het neusblok en de romp moet worden
geplaatst om het model goed af te stellen dit wigje niet in het zachte balsa
verdwijnt.
Ik heb een paar jaar geleden een grote plaat 1/64" (0,4 mm) triplex
gekocht van een handelaar op een modelbouwshow, en ik denk dat dit voor mijn
hele leven voldoende is. Het is zeer handig om als versteviging te gebruiken.
Hier zie je hoe een schijf wordt uitgesneden met een Olfa Compass Cutter. Dit
is een handig gereedschapje om pefecte cirkels uit papier of hout te snijden.
Het is redelijk goedkoop en is te koop in de meeste hobby en knutselwinkels.
Ik maak een opening in het schijfje die ongeveer overeen komt met de opening in
de neus van de romp. Het schijfje wordt vastgelijmd aan de romp met secondenlijm.
Wanneer de lijm gedroogd is wordt de opening bijgewerkt zodat deze precies
overeenkomt met de opening in de romp. Ik kon het ook niet laten om de boven en
zijkanten van de romp af te schuren om mooi over te gaan in het ronde schijfje.
Omdat er nu weer kaal balsa tevoorschijn komt was het beter om dit te doen
VOORDAT de romp werd bekleed, vooral wanner je het model met gekleurd tissue
afwerkt.
Het uitneembare neusblokje is gemaakt van twee onderdelen, plus het nylon lagertje. Links zie je het deel wat in de rompopening past, gemaakt van drie lagen hard 1,5 mm balsa. Een opening is gemaakt om ruimte te maken voor het nylon lager.
In het midden zie je de voorkant van het neusblok, van een tweede triplex schijfje en twee lagen hard 1,5 mm balsa. Een ronde opening is gemaakt om te zorgen dat het nylon lagertje er stevig in geklemd kan worden.
Wat misschien niet duidelijk is in deze foto, is dat de voorkant een beetje
schuin is afgevijld. Om je een idee te geven hoeveel: aan een kant is een laag
1,5 mm balsa tot iets minder dan de helft overgebleven. op deze manier geven we
de propeller al wat zijtrek en domping (side en down thrust).
Pas de achterkant van het neusblokje aan totdat het redelijk klemt in de
rompopening. Duw het dan in de romp, maar laat ongeveer 1 mm uitsteken.
lijm nu de ronde voorkant op het neusblokje, maar zorg dat er geen lijm komt op
de romp. Plaats de voorkant zo dat de afgeschuinde kant een beetje naar onderen
en rechts wijst.
Wanneer de lijm volledig is uitgehard kan je de plug uit de rompopening trekken.
Hopelijk blijft de achterkant niet in de romp achter! De nylon lager kan met
secondenlijm worden vastgezet. Misschien moet je de opening hiervoor eerst nog
een beetje uitvijlen om het lager goed te laten passen.
Nu kan het neusblokje stevig in de romp worden gedrukt en afgeschuurd om het de
vorm van de romp te geven. Het neusblokje is zo wel erg klein, en als ik dit
nogmaals zou doen dan zou ik het voorbeeld van
Chris Strachan volgen en de halve
rompneus uitneembaar maken. Dat geeft beslist meer ruimte om het rubber door te
laten.
Door een stuk staaldraad in het lager te steken zie je de domping. Ik heb een
beetje gegokt hoeveel nodig is, de meeste hoogdekkers hebben wel wat domping
nodig. Later zullen we zien of dit voldoende is....
De wielen op de bouwtekening zijn wat aan de kleine kant, en de wielen uit de bouwdoos zijn ook wat dunnetjes. Dit is een goede gelegenheid om te laten zien hoe je zelf wieltjes van balsahout kunt maken.
De echte Comper Swift had behoorlijk brede wieltjes en daarom maak ik ze van
vier lagen 2 mm balsa. Acht schijfjes worden gesneden met een diameter van 23
mm. De binnenste twee lagen blijven massief, bij de buitenste wordt nog een gat
in het midden gesneden.
Het gat in het midden wordt gesneden met de compass cutter, maar nu afgesteld
op de kleinste cirkelmaat. Dit is veel lastiger snijden dan de buitenrand van
het wiel vanwege de kleine diameter. Het werkt het beste wanneer je een beetje
hakkende beweging met het mesje maakt. Waarschijnlijk moet je het gat met een
scherp mesje nog wat bijwerken.
Hier zijn alle onderdelen voor de twee wielen.
Voordat ik de lagen op elkaar lijm vind ik het handig om eerst de binnenvorm van
de banden af te werken. Je kan dit eerst doen met de spitse kant van een
schuurklosje.
Ook handig is een rolletje met waterproof schuurpapier. Dit kan je om een stukje
rondhout doen, of gewoon uit de losse hand zoals op de foto. Het is
onwaarschijnlijk dat de vorm perfect rond wordt, maar probeer er maar het beste
van te maken. Gebruik de twee mooiste exemplaren voor de buitenzijde van de
wielen.
Nu kunnen we de lagen op elkaar lijmen. Ik gebruik gele houtlijm hiervoor en
plaats een gewicht boven op de stapel om de lagen op elkaar te klemmen terwijl
het droogt. Als de opening in de buitenste lagen niet precies in het midden
zitten zorg dan dat het gat van de compass cutter mooi in het midden van de
opening zit. Dat de buitenrand dan niet mooi is uitgelijnd is geen probleem.
Als de lijm is uitgehard moet een buisjes door het centrum van het wiel worden
gestoken, dit wordt het wiellager. Je kan aluminium, messing of plastic (mijn
keus) gebruiken. Zorg dat het buisje een paar centimeter lang is.
Het gaatje dat is achtergelaten door de Compass Cutter moet eerst groter worden
gemaakt. Dat kan met een klein boortje, maar ik doe het liever met een vijltje.
Ik maak de opening geleidelijk steeds groter en werk daarbij vanaf beide kanten
van het wiel.
Steek een kant van het buisje in het wiel en draai het buisje tussen je vingers
om te kijken of het wiel niet slingert. Als dat wel gebeurt, probeer het gat dan
wat aan te passen. Wanneer je tevreden bent kan je aan beide kanten van het wiel
wat secondenlijm aanbrengen om het buisje vast te zetten.
Nu zijn er twee mogelijkheden. Je kan het buisje lang laten en dit gebruiken om
het wieltje in een boormachine vast te zetten, zodat je het wieltje kan laten
ronddraaien terwijl jet het met schuurpapier in model brengt. Aluminium buis
werkt hierbij beter dan plastic.
Maar je kan het ook simpel houden, kort het buisje gewoon af bij het wiel en
snij en schuur het wiel met de hand in model. Wanneer je er van een afstandje
naar kijkt kun je zien of de vorm mooi gelijkmatig is. Zonder het draaien in een
boormachine krijg je het nooit helemaal perfect, maar eenmaal op het model zie
je de onregelmatigheden niet meer. Op de foto zie je het wiel voor en na het
schuren. Wanneer ze beide geschuurd zijn krijgen ze 3 lagen poriënvuller, met
tussendoor een lichte schuurbeurt.
De laatste onderdelen die gemaakt moeten worden voordat het schilderen kan beginnen zijn de vleugelsteunen. Ze worden gesneden uit 1,5 mm balsa en de randen worden afgerond om ze een beetje een stroomlijnvorm te geven. Elk stuk levert twee steunen op, maar ze worden pas op maat gesneden na het schilderen. Als je het model afwerkt met gekleurd spanpapier moeten de steunen ook met spanpapier worden bekleed. Anders geef je ze een paar laagjes poriënvuller.
In het volgende hoofdstuk gaan we het model samenvoegen en schilderen.
Michael Stuart