Mijn modelbouw-filosofie, door Bill Henn

Bill HennOorspronkelijk gepubliceerd als "My Modeling Philosophy by Bill Henn" in "Tailspin", het blad van de New England Flying Aces en later gepubliceerd op http://www.newg.info
Vertaald door Wout Moerman, met toestemming van Bill Henn (rechts op de foto).

Afstelling

Ik gebruik bij alle modellen dezelfde afstelling als uitgangspunt: 3 graden zijtrek naar rechts, 3 graden domping, 2,5 – 3 graden positieve invalshoek van de vleugel en 0 graden invalshoek in het stabilo. Beide vleugels hebben een beetje negatieve tipverdraaiing (wash out), misschien iets meer in de linker vleugel dan in de rechter vleugel.

Ik vlieg al mijn hoogdekkers en sommige laagdekkers met een rechter stijgvlucht en rechter zweefvlucht. De laagdekkers die op deze manier niet stabiel zijn af te stellen worden afgesteld met een linker stijgvlucht. De rechter vleugel krijgt dan iets meer wash out dan de linker vleugel en de zijtrek wordt teruggebracht tot 1 graad naar rechts.

Modelkeuze

Ik bouw enkel eendekkers met een goede stroomlijn en probeer ze allen met eenzelfde vleugelbelasting te bouwen. Recente modellen wegen 35 – 38 gram en hebben een spanwijdte van 53 – 77 centimeter. Op deze manier kan ik voor alle modellen gebruik maken van dezelfde propellers en rubbermotoren. Ik gebruik meestal 2 lussen van 3 mm Tan II, de lengte is afhankelijk van het gewicht van het model.

Ik was bezorgd om de vleugelvorm van mijn nieuwe Reggiane 2005 omdat deze gelijk is aan de vleugel van de Spitfire, die berucht is om goed af te stellen. De Reggiane heeft echter een lagere propeller-as wat naar mijn idee bijdraagt tot de stabiliteit van een laagdekker (Al "Gray-Hawk" Lawton zegt hetzelfde over zijn geweldig vliegende Ki.61 ontwerp, redactie Tailspin). Ik was verrast dat het model direct goed vloog in een mooie rechter bocht op 450 handgewonden toeren. Naar mijn idee zijn de Reggiane 2005, de Fiat G.55 en de Macchi 202/205 minstens even goed geschikt als vliegend schaalmodel als de meeste andere Tweede Wereldoorlog modellen. Ik bouw alleen schaalmodellen waarvan ik verwacht dat ze een vluchtduur van rond de 2 minuten hebben.

Reggiane 2005

Vleugelprofiel

Ik gebruik een 10% Neelmeyer profiel voor de vleugels en een 6% profiel met vlakke onderkant voor het stabilo. Ik gebruik dragende staartvlakken op al mijn schaalmodellen, zelfs voor peanuts, om diverse redenen. Ze kunnen even licht worden gebouwd als vlakke staartvlakken maar zijn sterker en beter bestand tegen kromtrekken. Ik geloof dat het dragende profiel bijdraagt aan wat aërodynamici het “tail volume” noemen. Dit maakt het mogelijk het zwaartepunt verder naar achteren te leggen en minder instelhoekverschil tussen vleugel en stabilo te gebruiken. Dit resulteert in minder weerstand en minder neiging tot overtrekken tijdens het begin van de stijgvlucht.

10% Neelmeyer profiel

Propeller

De propellers die ik op al mijn schaalmodellen hebben geen helische spoedverdeling. Ze hebben een diameter van 25 centimeter en een gemiddelde spoed van 28 centimeter. De grootste spoed is te vinden op 50 – 60% van het blad, bij de tip en de bladaanzet is de spoed kleiner. Ik gebruik ook een turbulator op de propellorbladen. Ik gebruik zo’n lage spoed omdat deze propellors beter werken met de kleine 15% rubbermotoren (gewicht van de rubbermotor mag maximaal 15% van het vlieggewicht zijn) die worden gebruikt in competities in New England.

Bill Henn Prop
 

Start ] Omhoog ] Wout Moerman ] Projecten ] Bouwtekeningen ] Bouwcursus ] fotogallerij ] Links ]

Materialen
Rubber
Afstelling CG
Afstelling vliegen
Bouwtekeningen
Bill Henn
Vloerlak
Airbrush
laatst gewijzigd op 08-nov-2012